Goed nieuws, toch weer pre-pack!

Financiering, zekerheden en insolventie, Onteigeningsrecht, Privacy en ICT    29 april 2022

Het Europese Hof heeft vandaag twee prejudiciële vragen beantwoord in de kwestie Heiploeg die relevant zijn voor de “pre-pack”.

Door de Estro zaak kwam er een behoorlijke streep door de praktijk. Uitdaging is het leerstuk van artikel 7:663 BW dat zegt dat werknemers van rechtswege overgaan bij overgang van onderneming. Dit artikel geldt niet bij een faillissement zodat relatief makkelijk afscheid kan worden genomen van personeel bij een doorstart. De vraag was of een pre-pack procedure gezien kan worden als een faillissementsprocedure en op die manier ook aan “cherry picking” onder personeel gedaan kon worden.

 

In de Estro-zaak werd duidelijk dat deze uitzondering strikt dient te worden uitgelegd en slechts van toepassing is als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. de vervreemder is verwikkeld in een faillissementsprocedure of een “soortgelijke” procedure;
2. deze procedure moet gericht zijn op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder, en
3. onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie.

Volgens het Hof was de pre-pack procedure inzake Estro niet gericht op liquidatie maar op voortzetting en was er onvoldoende rechterlijk toezicht. De uitzondering was daarom niet van toepassing. Het personeel had daarom van rechtswege mee over moeten gaan naar Smallsteps.

Vandaag heeft het Europese Hof overwogen in de zaak Heiploeg dat:

De pre-pack procedure is weldegelijk is gericht op liquidatie van het vermogen van de schuldenaar en dus een faillissementsprocedure is en bovendien dat die procedure ook met voldoende waarborgen is omkleed.

Dat biedt dus weer kansen voor de pre-pack en is een meer dan gewenst middel om te saneren in de nabije toekomst. Zeker omdat de WHOA nog steeds erg weinig wordt toegepast, veel tijd kost en ook daaronder de rechten van werknemers en pensioenrechten moeten worden gerespecteerd.

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 28 april 2022